Expo en educatieproject in Berkelland
Stilleven Berkelland

WAT IS ER TE ZIEN?
Wie aan de gemeente Berkelland denkt, denkt aan water. De gemeente draagt immers niet voor niets de naam van haar belangrijkste rivier: de Berkel. De Berkel wordt in het stilleven verbeeld door het transparante folie dat als een rivier door de compositie heen kronkelt.
Berkelland ligt op het Oost-Nederlands plateau. Dit plateau is miljoenen jaren geleden door krachten in de aardkorst omhooggeduwd. Eens vormde dat plateau de kust en waren er krijtrotsen die uittorenden boven de toenmalige Waddenzee. Hierdoor worden er vandaag de dag nog heel veel bijzondere fossiele vondsten gedaan in de Berkellandse klei. Op het stilleven zijn enkele daarvan, waaronder een haaientand, bijeengebracht.
Ook Berkelland kent van oudsher een levendige en diverse industrie. De grootste klompenfabriek ter wereld staat bijvoorbeeld in Beltrum. Rechts vooraan ligt een bordje met melkpoeder (zeer licht ontvlambaar, vandaar de rook), verwijzend naar de melkpoederfabriek in Borculo. Daarnaast zijn er verwijzingen naar de textielindustrie te vinden: een gans uit Ganzenstad Gelselaar houdt een vintage lap textiel omhoog. De gedroogde abrikozen, de rode besjes en de honingbijraat verwijzen naar de jammarkt in Neede. Prominent in het midden een pot jam begeleid door twee potten boerenjongens. Ook de achtergrondkleur van het stilleven is een verwijzing naar de zoete smaak van jam. De jackplug links van het midden en de polaroid-flitser op de pot jam verbeelden de technologische vooruitgang die de industrie heeft gebracht.
Op het glas rechts achter zie je de portretjes van prinses Juliana en prins Bernhard. Berkelland heeft namelijk van oudsher een goede band met het koningshuis. Verstopt in het stilleven vind je bovendien een grote hoeveelheid sieraden, die verwijzen naar de weelde van de katholieke kerk en de vele kastelen in de regio. Rechts van het midden is een knipmuts te zien waar een chique veer aan bevestigd is: een symbool voor de versmelting van boeren en adel. Ook zie je nog twee flamingo’s die je in het echt kunt vinden in het nabijgelegen Zwillbrock.
Als laatste zie je rechts vooraan een notitieschrift met aantekeningen, die zomaar eens van de Achterhoekse dichter Willem Sluyter (1627-1673) zouden kunnen zijn geweest. Als eerste gebruikte hij de naam Achterhoek in zijn poëzie: Waer iemand duisend vreugden soek / Mijn vreugt is in dees’ achterhoek.